Advies Standplaatsen Woonwagenbewoners

Gepubliceerd op 18 juni 2023 om 21:59

WBO-Wonen heeft ons om advies gevraagd over de standplaatsen woonwagenbewoners.

Dit doen ze omdat de woningbouwvereniging wordt ingeschakeld door het stadsbestuur om de woonwagenbewoners te huisvesten in een huurwoning of op een woonwagenstandplaats. WBO is eigenaar van de woonwagens.

De woningbouw heeft een aanvraag voor 41 plaatsen, terwijl het stadsbestuur maar 16 aanwijst.

Blij Wonen gaat akkoord met “De door WBOWonen voorgestelde ‘Toewijzingsregels woonwagens WBOWonen’ zijn, uiteraard, gebaseerd op het gemeentelijk (gemeente Oldenzaal) dossier “Woonwagenbeleid Oldenzaal 2023”.

Voor gehele tekst van het advies zie hieronder


Aan de directeur-bestuurder van WBOWonen te Oldenzaal.

Oldenzaal, 11 juni 2023.

 

Geachte Directeur-Bestuurder,

Recent ontvingen wij de adviesaanvraag ‘toewijzingsregels voor woonwagens”.

Wij berichten hierop als volgt:

De door WBOWonen voorgestelde ‘Toewijzingsregels woonwagens WBOWonen’ zijn, uiteraard, gebaseerd op het gemeentelijk (gemeente Oldenzaal) dossier “Woonwagenbeleid Oldenzaal 2023”.

Dit gemeentelijk woonwagenbeleid noemt in de inleiding dat er veel veranderd is rond de woonwagencultuur. Daar waar ooit de mening had postgevat dat woonwagenbewoners moesten integreren met de overige inwoners, is er thans, alweer vele jaren, sprake van totaal veranderde inzichten. Duidelijk is dat woonwagen cultuuronderdeel uitmaakt van de totale samenleving.

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft dat cultuur een en andermaal duidelijk erkend. Het Hof stelt op verschillende vlakken zelfs duidelijk regels die als uitgangspunt gehanteerd en/of gehandhaafd dienen te worden als het gaat om ‘bejegening’ van de woonwagencultuur.

Zo ook als het gaat om ‘huisvesting’ van woonwagenbewoners.

Ten gevolge van de jarenlange ‘ontkenning’ van de woonwagencultuur door de overheid is er, naar onze mening en overtuiging, een dringende achterstand ontstaan als het gaat om ‘huisvesting’ (woonwagenvestiging) van woonwagenbewoners.

Naar onze overtuiging is deze achterstand niet zomaar in te halen en weg te werken.

Overigens, wij worden in deze mening gesterkt als we het Woonwagenbeleid 2023 van de gemeente Oldenzaal beschouwen.

Bij punt 1.1, achtergrond onder anderen, lezen we dat gemeenten een inspanningsplicht hebben voor adequate huisvesting.

We lezen dat in Oldenzaal de locatie De Thij 5 standplaatsen bevat, evenals de locatie De essen. Totaal derhalve 10 standplaatsen.

We lezen ook, in Bijlage 1 bij Woningbehoeftenonderzoek, dat bij WBOWonen 25 personen geregistreerd staan als kandidaat voor een standplaats. Daarnaast hanteert WBOWonen een zogenaamde ‘belangstellendenlijst’: ook kandidaten voor een woonwagenstandplaats.

Het aantal op deze lijst bedraagt 16.

Al deze ‘standplaatskandidaten’ voldoen aan het zogenaamde afstammingsbeginsel; in totaal derhalve 41 kandidaten.

Bedoelde lijst bevat ook nog 9 personen die niet voldoen aan het afstemmingsbeginsel.

In het kader van bovengenoemde attenderen wij op een zienswijze die genoemd staat in meergenoemd aangehaald dossier Rechten voor de Mens, waarin wordt gesproken over het hanteren van ‘woonadres’ in plaats van ‘afstamming’. Wij vragen ons af of deze invalshoek ook is beschouwd en of via deze positie mogelijk andere uitkomsten, betere, meer recht doende, bereikt waren geworden.

 

In de voorstellen waarover ons advies gevraagd wordt, lezen we ook dat de gemeente en WBOWonen het zogenaamde ‘lokale’ afstammingsbeginsel willen hanteren.

Uit het betreffende gedeelte van de Rechten voor de Mens wordt heel nadrukkelijk gesproken over het hanteren van het afstammingsbeginsel, waarbij wordt opgemerkt dat het hanteren hiervan de rechterlijke toets kan doorstaan, zo is gebleken. Niettemin attenderen wij, nogmaals, op de mogelijkheid van hantering van het ‘woonadres’ zoals we hierboven aangaven.

Zoals gezegd wordt uitgesproken dat Oldenzaal/WBOWonen de ‘lokale’ afstammingsbeginsel willen hanteren. Wij vragen ons af of het hanteren van dit beginsel eveneens een rechterlijke toets, zoals hierboven door ons aangegeven, kan doorstaan.

Een welkome aanvulling in deze hantering is, naar onze mening, de instelling van een commissie, waarvan de bemensing mede bestaat uit woonwagenfamilies.

Een andere vraag die zich bij ons opdringt is hoe omgegaan wordt met afstamming van woonwagenfamilies die, door de jaren heen, noodgedwongen, een ‘normale’ woning als huisvesting kozen en daardoor hun ‘woonwagenwens’ moesten achterlaten. Zijn inmiddels signalen bekend van standplaatswensen vanuit deze ‘huizenbewoners’?

Wij vragen ons eveneens af hoe omgegaan wordt met ‘huisvesting’ van eventuele mantelzorgers van de standplaatsoptanten.

De gemeente is voornemens een locatie in te richten in de wijk Gravenbeek, bestaande uit 6 standplaatsen. Eerder hebben wij vastgesteld dat uit cijfers blijkt dat er een behoefte is aan 41 standplaatsen. Met het voorgenomen plan Gravenbeek en bestaande 10 komt het totaal van standplaatsen op “slechts” 16. Gerelateerd aan de behoefte is duidelijk dat van een inhaalactie nauwelijks sprake is. Ook constateren wij dat hierdoor moeilijk te benoemen is dat er een redelijk uitzicht bestaat op een standplaatsvervulling voor de optanten.

Wij vragen ons af in hoeverre het voorgesteld beleid de verplichting in zich heeft voor de overheid om voldoende standplaatsen beschikbaar te stellen om het traditionele familie en gemeenschapsleven voor woonwagenbewoners (in Oldenzaal) mogelijk te maken.

Vanzelfsprekend realiseren wij ons dat het gemeentelijk beleid betreft, door, uiteraard, de gemeenteraad vastgesteld, waar WBOWonen geen deelgenoot van is. Lastiger is wel in deze dat WBOWonen (mede) uitvoerder is en daardoor als het ware onderdeel wordt van dit dossier.

Tot slot:

In de stukken lezen we dat de wachttijd voor huisvesting voor woonwagenbewoners gelijke tred dient te houden met de wachttijd voor reguliere huisvesting. In dit kader is het interessant te weten dat bij WBOWonen ruim 10000 mensen als woningzoekende staan ingeschreven, waarbij jaarlijks, zo’n 300 woningen worden aangeboden.

Dit advies gaat over, door ons genoemd aantal van 41 optanten voor een standplaats waarvan 16 worden aangeboden (deels al geplaatst).

Wij vragen ons af op welke wijze wij moeten lezen dat “huisvesting” van reguliere woningzoekers en woonwagenbewoners gelijke tred moet houden.

Al met al constateren wij dat, wegens overheidsbeleid, jarenlang de woonwagenbewoners op achterstand zijn gezet door de zienswijze van integreren. De voorbije jaren van ‘herstel’ van dit beleid hebben niet geleid tot een adequate invulling van woonwagenstandplaatsen, ook niet in Oldenzaal.

Wij kunnen niet anders dan instemmen met het voorgestelde, waarbij we, door dit advies, duidelijk onze gevoelens omtrent het onderwerp willen laten blijken.

Wij onderschrijven het overleg met de doelgroepsdelegatie. Tegelijkertijd vragen we ons af wat het perspectief is voor diegenen die eenzelfde standplaats-ambitie hebben vanuit een ander afstammingsbeginsel.

 

Namens het Bestuur van Blij Wonen:

Jurrie van der Geize,  voorzitter.